A.S. Onderwijzer, Rashie's Pentateuch commentaar II, שמות, [1897], 87-88 De gevreesde [de afgod] van Egypte, zoals: en voor Milkom, den afgod der kinderen 'Amon's (II Kon. 23:13); met het oog namelijk op Israel noemt men het: gruwel; en men kan ook nog in een anderen zin verklaren: eene gehate zaak is voor de Egyptenaren de offerande, die wij verrichten, want hun afgod offeren wij.
, [], Whether a suitable cause can be assigned for the ceremonies which pertained to sacrifices?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mozes dan zeide: Het is niet recht, dat men alzo doe; want wij zouden [35]der Egyptenaren gruwel den HEERE, onzen God, mogen offeren; zie, indien wij der Egyptenaren gruwel voor hun ogen offerden, zouden zij ons niet stenigen? 35. Te weten ossen, kalven, koeien, stieren, die de Egyptenaars als goden eren en niet durven doden, ja niet lijden mogen dat men die doodt om te offeren. Zie Gen.43:32, en Gen.46:34.